Laat ik er ook eens een schepje bovenop gooien. Op al die sneeuw die er al ligt. Maar dan een schepje uit de jaren 50 en 60. Toen was ik kind. Een kind dat winters in de sneeuw speelde. En volgens mij viel er toen vaker sneeuw dan tegenwoordig. We bouwden sneeuwhutten van grote bulten sneeuw. Met kruiwagens vervoerden we heel wat m3 naar een hoek achter ons huis in Drachten. Dan klommen we op het dak, en sprongen we pardoes in de bult. Totdat ie helemaal hard was. Dan gleden we naar beneden vanaf het dak, of maakten er een hut van. We gingen dagen achtereen naar de ijsbaan of schaatsten op de Drachtster vaart vlak voor het huis. Of reden een toertochtje naar de Hooidammen vanuit het centrum van Drachten. We maakten glijbanen, sneeuwpoppen, sneeuwauto’s en zeepten elkaar in. Beppe breide sokken, mutsen, wanten en sjaals en we droegen borstrokken en wollen hempjes. ’s Avonds lag alles te drogen voor de kachel. Als het erg koud was deden we de pyama onder de kleren aan en soms ook nog kranten. Die waren lekker warm. En een witte kerst heb ik regelmatig meegemaakt.
In 1963 reden we met onze VW-kever over het IJsselmeer naar Medemblik en van Elfstedentochten weet ik helaas maar weinig. We woonden in de verkeerde hoek denk ik.
Precies weet ik het allemaal niet meer, maar zo in mijn geheugen hadden we vroeger meer witte en koudere winters.
.